De aanhoudende stijging van huizenprijzen zorgt voor meer beweging op de huizenmarkt. Maar het aantal transacties wordt steeds meer gedreven door doorstromers – en dat zijn vaak ouderen. Starters die naar een eerste eigen woning kijken hebben het moeilijker.
Afgelopen jaar werden ongeveer 140 duizend van de 220 duizend gekochte woningen verkocht aan doorstromers, zo stellen economen van ING in een maandag verschenen rapport. “Dit aantal ligt alweer ruim boven het pre-crisis niveau. De stijging van het aantal koopstarters is hierbij vergeleken veel gematigder. Het aantal koopstarters ligt nog altijd flink onder het niveau van tien jaar geleden.”
Starters op de huizenmarkt hebben het zwaar
De economen van ING noemen drie hoofdredenen voor het feit dat starters het lastiger hebben ten opzichte van doorstromers.
1)Door de strengere regels voor de maximale hypotheek (dit jaar mag de maximale hypotheek 101 procent van de woningwaarde bedragen) moeten starters meer eigen geld inbrengen, vergeleken met enkele jaren geleden
2)Doordat het recht op de hypotheekrente-aftrek sinds 2013 is gekoppeld aan het afsluiten van een annuïtaire hypotheek, zijn de maandlasten voor starters vaak hoger. Dit komt doordat ze bij een annuïtaire hypotheek direct moeten beginnen met aflossen. Hypotheken die vóór 2013 zijn afgesloten zijn vaak deels aflossingsvrij.
3)De lage rente zorgt er in het geval van starters voor dat ze met een annuïteitenhypotheek al in de eerste jaren relatief veel moeten aflossen. Bij dit type hypotheek bestaat de maandlast namelijk uit een combinatie van rente-lasten en aflossing. Als de rente laag is, is het aflossingsdeel relatief hoog. Dit is op de korte termijn een financieel nadeel ten opzichte van doorstromers die deels aflossingsvrije hypotheken hebben.
Het feit dat doorstromers het makkelijker hebben op de woningmarkt, is logischerwijs ook leeftijdsgebonden. Dat is te zien in onderstaande grafiek van het economisch bureau van ING: het aandeel van 25-minners bij de woningverkopen daalt sinds 2014, terwijl dat van 55-plussers stijgt.
Huizenprijzen hoger in april
De prijzen van bestaande koopwoningen in Nederland zijn in april met 7,4 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Dat is de grootste prijsstijging sinds maart 2002, aldus cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster.
In juni 2013 bereikten de prijzen van bestaande koophuizen een dal, sindsdien is er sprake van een stijgende trend. Vergeleken met dat dieptepunt lagen de prijzen in april gemiddeld 16,7 procent hoger. Ten opzichte van augustus 2008, toen de woningprijzen een piek bereikten, was het prijsniveau echter nog 8,3 procent lager.
Het gemiddelde prijsniveau van bestaande koopwoningen was in april ongeveer even hoog als in het voorjaar van 2006.